1. Plan de plaatsing van het oplaadstation

Het laadstation, bestaande uit de laadstationplaat en laadtoren, is waar je Landroid Vision zijn batterij oplaadt en rust tussen maaisessies.

Overweeg de volgende punten bij het kiezen van een locatie:

• Zorg ervoor dat het laadstation op een vlakke ondergrond wordt geplaatst om een goed dockingproces voor de Landroid Vision te garanderen.

• Zorg voor een recht pad van 2 m voor het laadstation langs de rand van het gazon zodat de Landroid Vision er gemakkelijk in kan.

• Vermijd gebieden met kale grond of dun gras binnen de 2 m aanvliegroute en zorg ervoor dat deze route niet wordt geblokkeerd door obstakels zoals planten, bloempotten, tuinmeubilair, speelgoed of andere voorwerpen.

• Het laadstation moet binnen 10 m van een stopcontact staan, vanwege de maximale kabellengte van 10 m.

• Plaats het indien mogelijk op een schaduwrijke plek om de batterij en oplader te beschermen tegen oververhitting.

• Houd het apparaat uit de buurt van sproeiers. Sproeiers kunnen de regensensor activeren, waardoor de maaier het maaien uitstelt of overslaat - vooral bij dagelijks besproeien. IPX5 betekent dat de maaier en het laadstation bestand zijn tegen spatwater en weersomstandigheden, maar het is niet gemaakt voor constante blootstelling aan vocht.

2. Installeer het laadstation

• Zet de plaat van het laadstation in elkaar, maak hem plat en draai de verbindingen stevig vast.

• Plaats de laadtoren in de laadstationplaat. Zorg ervoor dat de QR-code op de toren zichtbaar blijft.

• De QR-code moet altijd schoon en duidelijk zichtbaar zijn, omdat de Landroid Vision zijn camera gebruikt om het laadstation te identificeren. Als de QR-code niet zichtbaar is, kan de maaier niet goed docken.

2.1 Het laadstation uitlijnen

Wanneer de Landroid Vision klaar is met maaien, gaat hij tegen de wijzers van de klok in langs de grens van het gazon om het station te vinden. Plaats het laadstation in de richting van waaruit de Landroid Vision nadert.

2.2 Plaatsingsopties voor het laadstation

Optie A: Laadstation op de hoek van het gazon

Zorg voor een rechte oprijlaan van minimaal 2 m aan de voorkant en plaats het op 5-15 cm van de gazongrens.

Optie B: Laadstation aan gazonzijde

Zorg voor een recht pad van minstens 2 m aan de voorkant en plaats het op 5-15 cm van de gazongrens. Zorg voor minstens 1,5 m vrije ruimte achter het station om te maaien.

Optie C: Laadstation buiten de hoek van het gazon

Plaats het station op een verlenglijn, 5-15 cm van de gazonrand. Plaats het laadstation dicht bij de gazongrens zodat u er gemakkelijk in kunt.

2.3 Het laadstation vastzetten

Bevestig het laadstation aan de grond met de bijgeleverde schroeven en inbussleutel. Gebruik pluggen en schroeven bij installatie op een harde ondergrond.

OPMERKING: Voor installatie wordt een vlakke en harde ondergrond aanbevolen.

Checklist voor plaatsing van het laadstation:

• Binnen het bereik van een stopcontact

• Schaduwrijke plek (indien mogelijk)

• Geen obstakels of dun gras binnen de rechte afstand van 2 m

• Vlakke en horizontale grond

• Geen sproeiers in de buurt

2.4 De Landroid Vision opladen

Sluit het laadstation aan op een stopcontact.

Plaats de Landroid Vision stevig in het laadstation en zorg voor goed contact.

Een langzaam knipperend groen lampje op de oplaadtoren betekent dat hij normaal wordt opgeladen.

Een rode indicator betekent dat de maaier niet goed oplaadt.