Als uw maaier niet goed werkt binnen het maaigebied, controleer dan het volgende:
Controleer de stroomvoorziening van het laadstation.
Als het indicatielampje groen is, start u de maaier opnieuw.
Als het lampje uit is, koppelt u de voeding los en sluit u deze opnieuw aan en probeert u een ander stopcontact.
Vervang de voeding indien nodig.
Controleer het gras en de grond in de buurt van het laadstation.
Verwijder stenen, aarde of oneffenheden.
Plaats zichtbare barrières in schrale of oneffen gebieden.
Leg magneetstrips als de maaier moeite heeft om grenzen te herkennen.
Behandel of herzaai gebieden met schraal gras.